“Klunzige krakers en stoute buren”
Korte inhoud
Als de twee uitgesproken klunzen John en Darlene proberen in te breken in een woning blijft er een kleerhanger steken in de deur en krijgen ze het voor elkaar per ongeluk op de deurbel te drukken. Omdat Darlene een zwakke blaas heeft, is ze genoodzaakt naar het toilet te gaan. Al dat gedoe wekt de eigenares van het huis, Erica, die konijnensloffen draagt. Zij komt tot de ontdekking dat de inbreker haar eigen echtgenoot is.
En alsof dat nog niet vreemd genoeg is, beweert Darlene dat zij voor haar beroep niet “jat bij een ander maar “kattenverbrander” is. En dat is nog maar het begin van het stuk! Probeert John echt zijn eigen Picasso te stelen om het verzekeringsgeld uitgekeerd te krijgen? Of heeft hij het gemunt op de juwelen van de buren? Bezitten die twee oude buurvrouwtjes – Agatha en Christie – werkelijk waardevolle juwelen, of willen zij zelf de Picasso stelen?
Zal de politieagent deze misdaden op tijd kunnen tegenhouden? Maar wie is de echte politieman of -vrouw? Al deze klunzen mogen misschien niet de beste criminelen zijn, ze zijn beslist de grappigste.
De rolverdeling:
John – Jan Wieman
Darlene Clip – Daisy Klijn
Erica – Sjannie Klop
Agent/Bert – Jan van Veen
Agatha – Hennie van den Dool
Christie – Femke Kraaijeveld
Regisseur: Elles van Rijn